Veilig gebruik gasflessen
Ga altijd veilig om met Gasflessen!
1. ALTIJD VERZEGELDE GASFLESSEN
Koop altijd een verzegelde gasfles. Let er bij aankoop op dat de verzegeling niet is verbroken.
Zo bent u zeker van een veilige, goed werkende gasfles die gevuld is met de juiste hoeveelheid
propaangas.
2. GEBRUIK EEN DRUKREGELAAR
De gasdruk in een gasfles wordt bepaald door de temperatuur. De druk is dus niet altijd gelijk.
Om ervoor te zorgen dat uw gasapparaatuur toch van een constante druk wordt voorzien, gebruikt
u een gasdrukregelaar. Let er bij het aansluiten van de gasdrukregelaar dan ook goed op dat deze
dezelfde gasdruk aangeeft als de aan te sluiten apparatuur (30 of 50 mbar).
3. GOEDGEKEURDE GASSLANGEN
Gebruik voor uw gasflessen altijd een goedgekeurde propaangasslang. Gebruik slangklemmen aan
beide kanten, zodat de slang nooit losschiet. Om uitdroging te voorkomen, is het belangrijk dat
u de slang minimaal 1 keer per 2 jaar vervangt. Een goedgekeurde gasslang herkent u aan de opdruk
NEN5654 en het productiejaar.
4. NIET ROKEN
Propaangas is een brandstof. Zorg er daarom altijd voor dat bij het aansluiten of verwisselen van
gasflessen niet wordt gerookt en dat er geen open vuur in de buurt is.
5. KRAAN DICHT NA GEBRUIK
Bij het aansluiten en verwisselen van de gasfles moet u zorgen dat alle apparatuur afgesloten is
en de gaskraan dicht. Draai de kraan dicht na elk gebruik, ook bij lege gasflessen.
6. ZORG VOOR VENTILATIE
Zet uw gasflessen altijd in een goed geventileerde ruimte, zodat eventueel vrijgekomen gas niet
in de ruimte kan ophopen. Vrijgekomen propaangas zakt naar het laagste punt. Zet, waar mogelijk,
uw gasfles buiten. Niet-aangesloten gasflessen moeten buiten worden opgeslagen.
7. MET DE HAND OPENEN
Draai de gaskraan altijd met de hand open. Gebruik nooit gereedschap of geweld
om een kraan los te draaien. Krijgt u de gaskraan niet zelf geopend, breng de
gasfles dan terug naar de uw leverancier.
8. ZET DE FLES RECHTOP
Als de temperatuur stijgt, gaat ook de temperatuur(en dus de druk) in uw gasfles
omhoog. Plaats uw gasfles daarom rechtop en, indien mogelijk, in de schaduw, of
op een koele plaats. Graaf uw gasfles ook niet in, want dan valt de druk weg.
9. FLES EN HOOFD KOEL HOUDEN
In geval van brand, zo snel mogelijk de gaskraan dichtdraaien en de gasfles
verwijderen. Als dit niet kan, koel dan de gasfles vanaf veilige afstand met
water. Neem geen onnodige risico's en waarschuw de brandweer via alarmnummer
112.
10. GA NAAR EEN ERKEND VERKOOPPUNT
Ga voor een veilige, goed gevulde gasfles naar een erkend verkooppunt. Een
lege gasfles moet u altijd omruilen bij een erkende gasflessendealer.
Gevulde gasflessen dienen verzegeld te zijn bij het omruilen.